Tip 6 . Begin altijd met de beenstuwing Als u uw kind zélf een zwemslag wil aanleren, begin dan altijd met de benen. Veel ouders willen graag meteen een combinatie armen en benen aanleren, maar dat lukt vrijwel nooit. Dat is voor een klein kind technisch veel te moeilijk en neemt veel tijd in beslag. Begin dus met de benen, dan de armen, dan pas de combinatie van beiden.    Tegenwoordig is de moderne instructie zo: - Buig de knieën terwijl de knieën nog bij elkaar blijven. De voeten zakken dan naar de bodem.  Laat dan de benen (tenen naar buiten) tot op schouderbreedte van elkaar gaan en draai ze terug totdat ze weer gestrekt liggen. Tip 7. Benadruk de 'kapstokstand' van de voeten Het lastigste en tijdrovendste is het om een kind te leren de stand van de voeten goed te doen. De voeten moeten steeds goed naar buiten gedraaid. Noem het 'Pipo-voeten', of 'kapstokvoeten’ Of vraag aan de eigen zweminstructeur hoe hij (of zij) dat noemt. Laat het kind in ieder geval de tenen goed omhoog trekken. Dan gaan de voeten al iets in de juiste stand. Dan de tenen naar buiten draaien. Deze stand van de voeten is belangrijk om goed stuwing te krijgen in het water. Je kunt dit ook heel goed thuis oefenen. Op de bank. Of laat het kind eens lopen met de voeten naar buiten gedraaid en de tenen omhoog. Tip 8. Wat u vooral NIET moet doen! Zet uw kind niet onder druk om iets te doen wat het nog niet kàn. Regelmatige privélessen (minstens 1 x per week) zijn best wel intensief voor je kind.  Dus niet pushen, want dat werkt in het geheel niet. De rit naar het zwembad moet geen kruistocht worden die al begint bij het instappen in de wagen. De eerste keren is het wel soms wat vreemd, maar denk eraan… zwemmen moet vooral prettig zijn! Zet enkel zwemlessen stop als daar voor jezelf of je kind een écht gegronde reden voor is.  Een of meerdere ‘pechlessen,’ gebeuren al wel eens.  Het is echter nog geen reden om er mee te kappen.   Nadien is de stap, om de lessen terug op te pakken, véél groter.  Tenzij het niet anders kan natuurlijk… Communiceer erover met de lesgever.  Hij kan je zeker advies verstrekken. Tip 9. Wat u vooral WEL moet doen! Wees eerlijk tegenover uzelf, tegenover uw kind en vooral ook tegenover de zweminstructeur. Vertel het als er iets met uw kind aan de hand is.  Heeft het watervrees?  Leert het moeilijk? Is het motorisch een ramp kind? Vertel het de zwemleraar. Die kan er dan rekening mee houden in de benadering van uw kind. Als een kind naar zwemles moet, zorg er dan voor dat de tijd ervóór ontspannen is. Ga op tijd van huis weg, zodat u zich niet hoeft te haasten. Kom de allereerste keer iets eerder dan de anderen. Zo kan het kind goed zien wat er allemaal gebeurt.   Praat met uw kind over deze belevenis. Bevestig dat hij of zij nu groot wordt en spreek uw kind ook als zodanig aan. Er wordt immers een gigantische stap gezet. Beloon uw kind steeds als het een knappe prestatie geleverd heeft in het water. Prijs het de hemel in, ook al duurde de prestatie maar 3 seconden en had u nauwelijks tijd om met uw ogen te knipperen. 10. Tot slot Geef uw kind de tijd! Overhaast het niet, en verwacht ook niet dat uw kind binnen sneltempo een diploma heeft. Ook al is het in aanleg een sportief type. Alle kinderen leren zwemmen! Maar gun ze wel hun eigen tempo om technisch goed te leren zwemmen.